De Revolutie kent geen Gender
Publicatie: 22 september 2025
Vertaler: Leanne
Een vertaald artikel van de NPA, de socialistische strijders in de Filipijnen

Introductie
“Als we allemaal in één guerrillafront zouden worden samengebracht, zouden we een hele compagnie vormen. Maar dat zal niet gebeuren. Heb je gezien hoe luidruchtig we waren tijdens het volleybalspel? We kunnen ongelooflijk veel kabaal maken.” Iedereen schaterde bij het idee.
Zelden komen ze samen. Sommigen van hen hebben elkaar pas net ontmoet. Ze behoren tot verschillende guerrillazones en, zoals ze zelf zeggen, kunnen ze niet worden samengevoegd. Niet omdat ze rumoerig zijn, maar omdat er in de gebieden waar ze zijn toegewezen een bijzondere behoefte aan hen is.
Het zijn leden van het Pulang Bagani Bataljon (PBB) van het Nieuwe Volksleger (NPA).
De strijd tegen discriminatie
Ka Riko, een choreograaf, vertelt dat hun “ninunong bakla” en “anitong bading” (letterlijk: homoseksuele voorouders en iconen) in de steden discriminatie ondervonden van sommige kameraden die homoseksualiteit als een zwakte beschouwden. Homo’s werden bespot om hun sierlijke handgebaren en wiegende heupen, vooral tijdens demonstraties. Er was zelfs een tijd dat homoseksueel zijn als een veiligheidsrisico werd gezien.
De groeiende aanwezigheid van homo’s en lesbiennes in de Partij maakte grondige studie, ideologische hervorming en een beleidslijn noodzakelijk om de juiste houding tegenover kameraden met een andere seksuele voorkeur te ontwikkelen. Deze inspanningen waren erop gericht genderdiscriminatie te verminderen, zo niet volledig uit te bannen.
Een van die documenten was “Over proletarische verhoudingen tussen de seksen (OPRS)”, bedoeld als leidraad voor relaties en huwelijken. Tijdens het 10e Plenum van de Communistische Partij van de Filipijnen (CPP) werden de gelijke rechten van homo’s en lesbiennes vastgelegd en werd hun seksuele voorkeur, evenals de relaties en huwelijken die zij aangaan, officieel erkend.
Ook bewezen zij in de praktijk hun waarde. Dat een sierlijk handgebaar of een wiegende heup niets afdoet aan het vermogen om leiding te geven en taken uit te voeren – ook militaire.
Maar de weg naar acceptatie en erkenning van de rechten van niet-heteroseksuele kameraden verliep niet zonder moeilijkheden. Naast ongelijke ontwikkeling binnen de beweging, blijft de invloed van de burgerlijke cultuur en maatschappij – die lesbiennes, homo’s, bi- en transpersonen minacht en discrimineert – sterk aanwezig. Het aanhoudend bestrijden van die verdorven invloed is van groot belang.
Ka Duday, lid van de medische staf van het PBB, vertelde hoe ongemakkelijk hij zich in het begin voelde. Hij wist niet hoe hij zich moest opstellen. “Ik kon niet met de mannen douchen, want dat zou de regels schenden. Ik kon me ook niet bij de vrouwen aansluiten, want dan zouden ze denken dat ik misbruik wilde maken. Toen zei iemand dat homo’s geen plaats hebben in de revolutie. Ik was diep gekwetst en raakte gedemoraliseerd. Ik verliet de beweging. Maar thuis kon ik niets anders dan huilen. Na een paar maanden stuurde ik bericht dat ik wilde terugkeren en samen met hen de situatie wilde evalueren.”
Volgens Ka Duday komt het door de gezamenlijke strijd van homo’s, lesbiennes en hetero’s binnen de nationale democratische revolutie dat we de verdorven cultuur van de burgerlijke samenleving waarin we geboren zijn, kunnen bestrijden en veranderen. Partijdocumenten maken duidelijk dat homo’s en lesbiennes niet losstaan van de onderdrukking en uitbuiting die andere genders ondergaan. Daarom is het belangrijk dat zij actief deelnemen aan de volksrevolutie.
“Maar we kunnen de mensen niet overtuigen van de noodzaak van revolutie als we zelf ongedisciplineerd zijn,”aldus Ka Duday.
Ondertussen deelde Ka Riko een ervaring tijdens een gevecht met het leger in 2000. Ze kwamen in het defensief en hadden moeite zich terug te trekken. Het leger rukte snel op. Toen positioneerde een kameraad, een homo, zich buiten de hoofdformatie van de NPA en opende het vuur om de aandacht van de vijand af te leiden. Dankzij die afleidingsmanoeuvre kon de eenheid van de NPA zich terugtrekken. “Trots!” riep Ka Riko uit.
Dat incident was een keerpunt in de manier waarop homo’s in hun eenheid werden behandeld. Er werd nog steeds met hen gelachen, maar dit keer met genegenheid, in plaats van met ontwijkend gedrag. Met trots zei Ka Riko: “Homo’s in de beweging zijn geweldig – dapper en echte strijders.”
Ze herdachten ook Wendel Gumban – Weng voor zijn familie, Wanda voor zijn vrienden en kameraden in de stad, en Ka Waquin voor de rode strijders van het PBB en de Lumad – die gemarteld werd. Afgestudeerd in Toerisme aan de Universiteit van de Filipijnen, zette Wendel persoonlijke ambities opzij om de massa’s en de revolutie te dienen.
“Naast zijn identiteit als homo-strijder is Ka Waquin’s toewijding aan het volk een onuitwisbare inspiratie, niet alleen voor ons homo’s, maar ook voor vele kameraden en massa’s. Hij bewees dat homo zijn geen hindernis is om een geweer te dragen, zeker niet als het gaat om nationale bevrijding,” verklaarde Ka Duday.
Uit de kast komen
Naast de vijand bestrijden, weten ze dat er ook interne tegenstellingen zijn die moedig aangegaan moeten worden. Uit de kast komen kan leiden tot kleinering, spot en haat.
“Al sinds de middelbare school wist ik dat ik homo was, maar ik hield het verborgen voor mijn familie. Ik kwam in contact met de NPA, maar had geen plan me aan te sluiten. Ik hielp hen alleen af en toe. Als je uit een boerenfamilie komt, verlang je altijd om je familie uit de armoede te tillen. Dus werkte ik als bewaker in de stad. Maar de uitbuiting was ondraaglijk. Het is een nutteloze opoffering. Ik zegde mijn baan op en nam contact op met mijn vriend in de NPA om te zeggen dat ik wilde toetreden,” vertelde Ka Princess
“Meer dan een jaar hield ik mijn ware identiteit verborgen voor de groep. Maar het liet me niet los. Dus vertelde ik het aan Ka Bob, lid van het hogere comité. Ik vroeg hem het met het comité te bespreken. Ik wist niet hoe ze zouden reageren, maar dat maakte me niet zoveel uit. Het belangrijkste was dat ik uit de kast kwam en me opgelucht voelde,” voegde Princess toe.
Princess verwachtte spot van haar kameraden en de massa’s nadat ze de waarheid hadden gehoord. Maar dat gebeurde niet. Sommigen konden het nauwelijks geloven.
“Als je je identiteit echt wilt verbergen, doe je alles om geen argwaan te wekken,” legde Ka Princess uit.
Tijdens een jubileumviering van de CPP nodigde Princess haar familie uit. Daar gaf ze toe aan hen wat haar seksuele voorkeur was. Eerst waren ze geschokt, maar na uitleg accepteerden ze haar met open hart. Na die bekentenis voelde Ka Princess zich bevrijd, alsof een grote doorn uit haar keel was verwijderd. Ze trad toe tot de NPA als Ka Marco, maar nu is zij Ka Princess, politiek gids van een peloton. Voor Ka Awra betekent het een dubbele last om zowel Moro als homo te zijn.
“Ik was jaloers op mijn vrienden in de stad omdat velen van hen, mannen en vrouwen, vloeiend waren in de homotaal. Ik kreeg de indruk dat homo’s daar heel welkom waren. Later ontdekte ik dat ze al vermoedden dat ik homo was, omdat ik zo ingetogen en zacht was. Maar ze vroegen het me nooit en lieten me er niet over uitspreken. In 2005 werd ik uitgenodigd voor de oprichting van een organisatie van homo’s en lesbiennes. Ik vroeg me af waarom. Tijdens de kennismaking moest iedereen zijn naam en zijn gender noemen – homo, lesbisch of bi. Toen het mijn beurt was, kwam ik uit de kast. En zo werd mijn ‘carrière’ als Awra Alindogan onverwachts gelanceerd. Bongga! (fantastisch!),” - herinnerde Ka Awra, een voorlichtingsmedewerker, zich glunderend.
Na die onthulling ontdekte Ka Awra dat hij veel meer kon bijdragen aan de revolutie: schrijven, dansen, cultuur gebruiken om de organisatie en het onderwijs levendiger te maken. Hij stelde zich open naar kameraden en massa’s. Hij besefte dat de massa’s je accepteren en liefhebben, ongeacht je gender, zolang je hen helpt met hun problemen, hen onderwijst, recht spreekt in het volksgerecht en samen met hen plannen maakt die hun belangen dienen.
Vindingrijke homo
“Er was een keer dat ons kamp werd overvallen en al onze spullen werden meegenomen. Toen de massa’s dat hoorden, stuurden ze mij een tas vol spullen om te vervangen wat ik kwijt was. Het gebaar raakte me zo dat ik in tranen van vreugde was. Ik schreef terug om hen te bedanken. De massa’s houden zo veel van het volksleger. Ze zijn altijd blij ons te ontmoeten en een praatje te maken wanneer we in de buurt zijn,” vertelde Ka Awra.
Awra realiseerde zich dat respect niet wordt verdiend door je ware zelf te verbergen. Er is in de eerste plaats geen reden om je gender te ontkennen. Als je je werk goed doet, een goede band hebt met iedereen en de richtlijnen van de revolutionaire beweging volgt, is er geen probleem. Dat geldt niet alleen voor homo’s: mannen en vrouwen moeten allemaal hun taken goed uitvoeren voor de revolutie. Zo win je het vertrouwen en respect van je kameraden en van de massa’s.
Een keer kreeg Awra de opdracht een speciale militaire operatie te leiden. Hij weigerde hevig, vooral omdat zijn lange haar moest worden afgeknipt. Hij huilde de hele tijd dat zijn haar werd geknipt. “Ik wil niet meer strijden!” zei hij lachend bij de herinnering.
Maar uiteindelijk besefte hij dat persoonlijke verlangens niet belangrijker zijn dan revolutionaire taken. Hij accepteerde de opdracht en oefende met de groep. Tijdens de operatie moest hij een controlepost van het leger naspelen. Er waren ‘regisseurs’ die hem corrigeerden als zijn stem of gebaren te zacht werden. Maar zodra er geen buitenstaanders waren, mocht hij weer zichzelf zijn.
“Na de operatie waren we allemaal uitgehongerd terwijl we onze spullen inpakte. Toen we een vrachtwagen met fruit zagen naderen, vroegen mijn kameraden mij om eten te vragen. Hoewel ik aarzelde, hield mijn mededogen de overhand en hield ik de vrachtwagen aan. Ik had alleen een hemd aan, maar nog wel mijn legerbroek. Ik gebruikte mijn charme. Toch herkenden de mensen in de vrachtwagen me meteen als NPA, want ze zeiden: niemand in het regeringsleger zou ooit toegeven dat hij homo is. Later ontdekten we dat ze uit een dorp kwamen waar we eerder massawerk hadden gedaan,” vervolgde Awra.
Bevrijdingsbeweging
De erkenning en het respect voor de rechten van homo’s en lesbiennes door de CPP is een grote stap vooruit. De beweging zal onderweg nog veel lessen leren terwijl zij de nationale democratische revolutie verdiept. Obstakels zullen enorm zijn, maar geleid door de marxistisch-leninistisch-maoïstische beginselen zullen ze de weg naar de overwinning vrijmaken. Kameraden, kaders en massa’s geven inhoud aan die lessen, leven ze na en verrijken ze verder.Volgens Ka Riko valt het niet te vermijden dat homo’s nog steeds problemen tegenkomen, vooral met kameraden die de burgerlijke cultuur waarin zij opgroeiden nog niet volledig hebben afgelegd. Maar hierin onderscheidt de CPP zich van andere partijen: zij erkent haar tekortkomingen, leert ervan en corrigeert ze – en dat doen ook haar leden.
“De revolutie discrimineert niet op gender. Het geweer heeft geen gender. Het verlangen om de massa’s te dienen en de revolutie te winnen om echte maatschappelijke verandering te bewerkstelligen, bindt ons allemaal – mannen, vrouwen, homo’s, lesbiennes,” aldus Ka Princess.
“Het is alleen maar logisch dat homo’s en lesbiennes toetreden tot de revolutionaire beweging. Alleen door gewapende revolutie kunnen we een samenleving opbouwen waarvan de schoonheid niet enkel aan de oppervlakte ligt, maar voortkomt uit de kern van volledige vrijheid,” besloot Ka Duday.
Meer dan alleen erkenning van hun rechten, heeft de Partij homo’s en lesbiennes toegerust met de MLM-theorie en praktijk om niet alleen hun eigen sector te bevrijden, maar alle onderdrukte klassen. Ze zijn toegerust om het heersende geloof te vernietigen dat hun gender enkel bestemd is voor schoonheidssalons of amusement. Ze zijn toegerust om de fundamenten te leggen van een samenleving vrij van uitbuiting en discriminatie.
Bronvermelding
https://www.redspark.nu/peoples-war/philippines/the-revolution-has-no-gender/http://liberation.ndfp.org/main-stream/the-revolution-has-no-gender/